Menu

Diensttijdonafhankelijk partnerpensioen

Het kabinet wil het advies van de Stichting van de Arbeid volledig overnemen. De stichting adviseert bij overlijden vóór de pensioendatum een diensttijdonafhankelijk partnerpensioen. Hierdoor is de hoogte van het partnerpensioen niet meer afhankelijk van het aantal dienstjaren. Daarnaast is het bedrag waarover het pensioen wordt berekend voortaan ruimer.

De wijzigingen voorkomen teleurstellingen voor achterblijvende partners.

Het huidige partnerpensioen

De huidige situatie is complex en kan ongewild tot financiële teleurstellingen leiden bij de nabestaanden van de overleden werknemer. Echtscheiding, baanwisselingen en werkloosheid hebben invloed op de hoogte van het partnerpensioen.

Het advies houdt onder andere in:

  • Het partnerpensioen bij overlijden op of ná de pensioendatum blijft 70%.
  • Bij overlijden vóór pensioendatum is het partnerpensioen op risicobasis verzekerd. De hoogte van het partnerpensioen is enkel afhankelijk van het salaris en niet meer van de pensioengrondslag en het aantal dienstjaren. Een partnerpensioen op risicobasis houdt in dat er geen waardeopbouw plaatsvindt. Het is een verzekering die alleen uitkeert als de deelnemer komt te overlijden tijdens het deelnemerschap of als hij een verlengde dekking op basis van een ZW/WW-uitkering of de verderop te behandelen ‘in between jobs’ – dekking geniet.

Voorbeeld

Stel, Arie uit een eerder voorbeeld komt te overlijden. Er is sprake van een partnerpensioen op risicobasis. Hij komt als WW-gerechtigde te overlijden. Zijn partner heeft recht op het volgende partnerpensioen:

Pensioengevend salaris€ 50.000
Franchise€ 14.000
Verschil (pensioengrondslag)€ 36.000

Omdat hij 19 jaar werknemer is geweest én zijn partner het ‘geluk’ heeft dat Arie als WW-gerechtigde komt te overlijden krijgt zijn partner afgerond € 8.000 aan partnerpensioen. Op jaarbasis, bruto en levenslang.

Als Arie 30 jaar deelnemer is geweest én als WW-gerechtigde komt te overlijden krijgt zijn partner afgerond € 12.500 aan partnerpensioen. Op jaarbasis, bruto en levenslang.

Als Arie geen recht op een WW-uitkering (meer) heeft en overlijdt, krijgt zijn partner niets.

Verbeteringen voor de partner na aanpassing wet

Het partnerpensioen wordt diensttijdonafhankelijk en is gebaseerd op maximaal 50% van zijn salaris. Dus krijgt Arie’s partner als de pensioenregeling is aangepast maximaal 50% van € 50.000 is € 25.000. Levenslang en bruto per jaar.

Verbeteringen onder voorbehoud, want alles heeft een prijs!

Het is echter niet ondenkbaar dat nadat de wetswijziging is doorgevoerd de werkgever en werknemer (of de sociale partners) een lager diensttijdonafhankelijk partnerpensioen overeenkomen. Bijvoorbeeld 30% in plaats van 50%. Een hoger partnerpensioen kost nou eenmaal meer geld.

Andere wijzigingen:

Daar waar nu alleen sprake is van een partnerpensioendekking als de werkloze een WW-uitkering ontvangt, komt er in de nabije toekomst een ‘in between jobs’ -dekking bij. Er wordt een uitloopperiode verzekerd. De oude pensioenuitvoerder waar eerder een partnerpensioen op risicobasis was verzekerd loopt drie maanden een uitlooprisico. Of langer, tot zes maanden, als deze langere periode in de pensioenovereenkomst is opgenomen. De dekking eindigt eerder als de deelnemer een nieuwe arbeidsovereenkomst aangaat. Naast het partnerpensioen wordt het wezenpensioen verbeterd.

Let wel, zolang de pensioenovereenkomsten nog niet zijn aangepast is de oude wetgeving van kracht.

Als de verbeteringen zijn gerealiseerd is het nog steeds mogelijk tussen wal en schip te geraken. Zeker bij een baanwissel/ontslag.

Gelukkig zijn er dan nog steeds (pensioen)oplossingen.

Pensioenoplossingen tot aanpassing pensioenovereenkomst

  • Een gedeelte van het ouderdomspensioen inwisselen voor een (extra) partnerpensioen. Bij een uitruil wordt een gedeelte van het ouderdomspensioen verlaagd (uitgeruild) ten gunste van een partnerpensioen. Het voorstel is deze mogelijkheid aan te passen. De Wet toekomst pensioenen maakt het mogelijk te kiezen voor een vrijwillige voortzetting van alleen het partnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum. De premie wordt gefinancierd uit het pensioenkapitaal. Om uitholling van dat kapitaal tegen te gaan worden er voorwaarden aan de duur en de hoogte van het resterende ouderdomspensioen gesteld; of
  • De pensioenregeling wordt, indien mogelijk, na het dienstverband voortgezet. Voor het ouderdom-, partnerpensioen en voor de arbeidsongeschiktheidsdekkingen. De werkloze of zelfstandig ondernemer blijft deelnemer, tenzij deze mogelijkheid niet in de pensioenregeling is opgenomen; en
  • Privé een extra overlijdensrisicoverzekering afsluiten.

Nabestaanden zijn in de toekomst misschien financieel beter af.

Meer over de wijziging van het nabestaandenpensioen is te lezen in het artikel ‘Wijziging nabestaandenpensioen‘. 

Bijgewerkt op 4 januari 2023.