Menu

Het nieuwe pensioencontract

Het nieuwe pensioencontract kent een leeftijdsonafhankelijke (vaste, gelijke) premie. De premieregeling is in drie varianten beschikbaar:

Vaste premie

Een premieregeling met een vaste premie kon altijd al. Alleen is de vaste premie vaak te laag voor een adequate pensioenopbouw. Dat is veranderd per 1 juli 2023. Sinds de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen is het mogelijk voor een vaste premie van 30% te kiezen. Deze 30% is inclusief kosten voor vermogensbeheer en het afdekken van de beleggingsrisico’s en exclusief:

  • administratiekosten;
  • incasso- en excassokosten;
  • risicopremies voor een partnerpensioen bij overlijden vóór pensioendatum;
  • wezenpensioen;
  • nabestaandenoverbruggingspensioen;
  • arbeidsongeschiktheidspensioen; en
  • premievrijstelling bij invaliditeit.

Degressieve opbouw

Omdat de premie voor oudere deelnemers minder lang kan renderen is er sprake van een zogenoemde degressieve opbouw. Hierdoor bouwen ouderen relatief minder pensioen op dan hun jongere collega’s.

Zekerheid

Door de overgang naar een premieovereenkomst verschuiven de risico’s naar de deelnemers. Een vaste premie vervangt de gegarandeerde pensioenuitkering. Het is mogelijk de risico’s uitgebreid of beperkt te delen. Een solidaire premieovereenkomst deelt de risico’s uitgebreider dan een flexibele premieovereenkomst en een premie-uitkeringsovereenkomst biedt zelfs de mogelijkheid 15 jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd de toekomstige pensioenuitkeringen toch gegarandeerd te krijgen. Deze garantie kent ook nadelen. Meer informatie over de verschillen is te lezen in de onderstaande paragrafen.

Schematisch zijn alle vormen als volgt gedurende de opbouw- en uitkeringsfase (sterk vereenvoudigd) weer te geven:

Opbouw- en uitkeringsfase   

1. Solidaire premieovereenkomst

De keuze van veel pensioenfondsen

De solidaire premieregeling kent een leeftijdsonafhankelijke (vaste) premie. De beschikbaar gestelde premie wordt collectief belegd. Op basis van een uniforme scenario-analyse toetst de pensioenuitvoerder of de premie voldoende is om de beoogde pensioendoelstelling te behalen. Deze toetsing vindt bij de opdrachtaanvaarding en periodiek plaats. Minimaal eens per 5 jaar.

Geen shoprecht

Het pensioenvermogen blijft bij het pensioenfonds, ook tijdens de uitkeringsfase. Shoppen (met een eventuele waardeoverdracht naar een andere pensioenuitvoerder tot gevolg) op pensioendatum is bij de solidaire premieovereenkomst niet mogelijk. Dit omdat bij deze premieovereenkomst het beleggingsrisico, sterfteresultaat en de gevolgen van een stijgende of dalende levensverwachting worden gedragen door alle deelnemers, slapers en pensioengerechtigden. De pensioenuitkering is variabel. Meer over een variabele uitkering is te lezen in het artikel ‘Variabel pensioen‘.

Collectieve deling van mee- en tegenvallers

Het collectief behaalde beleggingsresultaat wordt verdeeld onder de deelnemers. De verdeelregels zijn vooraf vastgelegd, passend bij de risicohouding. Er wordt onderscheid gemaakt tussen beschermingsrendement en overrendement. Tevens is er sprake van een solidariteitsreserve om financiële mee- en tegenvallers te delen. Maximaal mag de reserve 15% van het totale fondsvermogen bedragen. De solidariteitsreserve is geen afgescheiden beleggingsvermogen maar onderdeel van het totale voor pensioen bestemde vermogen.

2. Flexibele premieovereenkomst

De flexibele premieregeling kent ook een leeftijdsonafhankelijke (vaste) premie. De overeengekomen premie wordt individueel belegd. Tijdens de opbouwperiode kan de deelnemer afwijken van de standaard beleggingskeuzes gemaakt door de pensioenuitvoerder. Op pensioendatum kan het opgebouwde pensioenkapitaal worden omgezet in een vaste of variabele uitkering en tevens worden overgeheveld naar een andere pensioenuitvoerder afhankelijk van welke pensioenuitvoerder de flexibele premieregeling uitvoerde tijdens de opbouwperiode.

Waardeoverdracht op pensioendatum

Wie van de verschillende pensioenaanbieders biedt het beste tarief? Daar kan de deelnemer naar op zoek gaan afhankelijk van bij welke pensioenuitvoerder het kapitaal is opgebouwd.

  • Verzekeraar. Als de flexibele premieregeling tijdens de opbouwfase door een verzekeraar wordt uitgevoerd is waardeoverdracht van het belegde kapitaal altijd mogelijk.
  • Pensioenfonds. Bij een pensioenfonds als uitvoerder is een waardeoverdracht op pensioendatum alleen mogelijk indien de deelnemer een uitkeringsvorm wenst die het pensioenfonds niet uitvoert (en er dus sprake is van een flexibele premieregeling).
  • Premiepensioeninstelling. Een premiepensioenintelling draagt het pensioenkapitaal altijd over als de deelnemer een vaste pensioenuitkering wenst.

Risicodelingsreserve

Een risicodelingsreserve is ter bescherming van de verplichtstelling bij uitvoering van een flexibele premieovereenkomst door een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Echter deze reserve is ook beschikbaar voor verzekeraars. Net zoals bij een solidariteitsreserve om financiële mee- en tegenvallers te delen. Een risicodelingsreserve is uitdrukkelijk niet bedoeld om slechte beleggingsresultaten bij een flexibele premieovereenkomst met beleggingsvrijheid mee op te vangen. Het collectief compenseren van beleggingsresultaten past namelijk niet bij de beleggingsvrijheid voor de deelnemer.

Lifecycle-belegging

Flexibele premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid gedurende de opbouwperiode maken vrij beleggen binnen het fondsenpalet van de pensioenuitvoerder mogelijk. Of de deelnemer wijkt niet af maar belegt volgens het lifecycle-principe.

Leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid

Bij een lifecycle wordt het beleggingsrisico afgestemd op de leeftijd van de deelnemer. De jongere deelnemer belegt bij een lifecycle-belegging risicovoller dan de oudere deelnemer. Naarmate de pensioenleeftijd nadert kiest de pensioenuitvoerder voor een minder risicovolle beleggingsmix. Dat is de standaard, de zogenoemde ‘default’. Dit heeft als keerzijde dat het nemen van minder risico de kans op een hoger rendement verlaagt.

Afwijken van de lifecycle, vrij beleggen in de opbouwfase

Is artikel 52 Pensioenwet, ‘Zorgplicht bij flexibele premieovereenkomsten en premie-uitkeringsovereenkomsten met beleggingsvrijheid’, ook beschikbaar voor deelnemers van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds? Wel als het bedrijfstakpensioenfonds een flexibele premieovereenkomst uitvoert en het pensioenfonds deze vrije beleggingsoptie aanbiedt.

Vrijheid in het nemen van meer risico en de kans op meer rendement

Pensioenuitvoerders die niets met een verplichtstelling te maken hebben, kunnen deelnemers in ieder geval beleggingsvrijheid geven. Afhankelijk van de deelnemer is er misschien wel de wens risicovoller te beleggen. De factor ‘tijd’ in combinatie met offensieve beleggingen verhogen de kans op betere beleggingsresultaten. Natuurlijk gaat dit gepaard met extra risico’s die de deelnemer bewust voor lief neemt.

Duurzaam beleggen

Daarnaast kan de deelnemer zelf bepalen, binnen het aanbod van de pensioenuitvoerder, waarin hij wil beleggen. Ook niet onbelangrijk. Misschien kiest hij wel voor het meest duurzame fonds, een fonds op basis van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)-richtlijnen. Dat duurzaam beleggen niet ten koste van het rendement hoeft te gaan is te lezen in het artikel ‘Duurzaam beleggen‘.

Blijft de verplichtstelling houdbaar?

Verplicht gestelde pensioenfondsen zullen de flexibele premieovereenkomst alleen aanbieden als de verplichtstelling op basis van de Wet Bedrijfstakpensioenfonds 2000 niet in gevaar komt. Een bedrijfstakbrede acceptatieplicht én de verplichtstelling als middel om rendabele en niet rendabele diensten tegen aanvaardbare kosten te blijven uitvoeren kunnen ervoor zorgen dat de verplichtstelling niet in gevaar komt. Zie ook: ‘Analyse verplichtstelling na pensioenakkoord houdbaar‘.

Begrensde risicodeling

Collectief kunnen risico’s als wijzigingen in de levensverwachting en beleggingsrendementen worden gedeeld. Bij sterfteresultaten is er geen andere keuze, daar is altijd sprake van een collectief toedelingsmechanisme. Meer risicodeling is in de flexibele premieovereenkomst niet mogelijk. Misschien wel wenselijk als het doel is de verplichtstelling veiliger te stellen.

Meer verschillen tussen de solidaire en flexibele premieregeling zijn te lezen in het artikel ‘Pensioenfondsen en de flexibele premieregeling‘. De flexibele premieregeling is een variatie (verder doorontwikkeld met het oog op het nieuwe pensioenstelsel) op de verbeterde premieregeling.

3. Premie-uitkeringsovereenkomst

Een deelnemer kan 15 jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd verzoeken het reeds opgebouwde beleggingskapitaal en eventueel toekomstige premies om te zetten naar een vastgestelde uitkering. De toekomstige pensioenen worden hierdoor gegarandeerd. Op basis van een nominale garantie. Dat houdt in dat de deelnemer en latere pensioengerechtigde de kans mist op koopkrachtbehoud. Hij loopt door het vaststellen van zijn pensioen dus wel een inflatierisico. Aan de andere kant wordt het pensioen ook niet lager. Hij verzekert de hoogte. Dit pensioenkarakter is dan ook alleen door een verzekeraar uit te voeren. Een combinatie tussen een vaste en gedeeltelijk variabele pensioenuitkering is ook mogelijk.   

Pensioenadvies op maat

Graag ben ik bereid u te helpen aan een onafhankelijk pensioenadvies.

Neem contact op

Bijgewerkt op 3 januari 2025.