Partnerpensioen, blijf alert!
Eerder schreef ik dat als de Wet toekomst pensioenen in de voorgestelde vorm in werking treedt de partners bij een overlijden vóór pensioendatum financieel vaak beter worden achtergelaten. Alle dienstjaren worden meegenomen en het partnerbegrip wordt voor alle pensioenregelingen uniform. Tenminste als:
- er een partnerpensioen wordt aangeboden. Het aanbieden van een partnerpensioen is niet verplicht;
- tevens zijn er voorwaarden verbonden of de (gewezen) deelnemer al dan niet onder het uniforme partnerbegrip valt; en
- veel pensioenuitvoerder verplichten de deelnemer de partner vooraf, voor overlijden, aan te melden.
De onderste twee bullets worden in dit nieuwsbericht behandeld want alertheid blijft geboden!
Uniform partnerbegrip
Het partnerbegrip moet in de toekomst tot minder discussie leiden. Sommige pensioenuitvoerders vinden een gezamenlijk huishouding van zes maanden al duurzaam, anderen pas na vijf jaar. Al deze verschillen leiden tot onduidelijkheden, na een baanwissel bijvoorbeeld kan het zijn dat dezelfde partner ineens geen recht meer heeft op een partnerpensioen. De gestelde eisen aan het partnerschap worden enigszins aan banden gelegd wat voor ongehuwd samenwonenden een verbetering betekent.
Wat is er gewijzigd?
Een partnerrelatie is voortaan: huwelijk, geregistreerd partnerschap of ongehuwd samenwonen onder voorwaarden. Het aantonen van een gezamenlijke huishouding is één van de voorwaarden.
Voorwaarden ongehuwd samenwoners
Het moet gaan om meerderjarig persoon, geen bloedverwant in de eerste en tweede graad in rechte lijn en geen meerderjarig stiefkind of meerderjarig voormalig pleegkind. Daarnaast moet de gezamenlijke huishouding worden aangetoond. Het aantonen kan door middel van een:
- samenlevingscontract officieel vastgesteld door de notaris. In het samenlevingscontract is minimaal vastgelegd dat de samenwoners bijdragen in de kosten voor het levensonderhoud en dat ze daadwerkelijk op hetzelfde adres wonen;
- partnerverklaring. Daarin verklaren de samenwoners een gezamenlijke huishouding te voeren en willen in het kader van de pensioenregeling als partner worden gezien; of
- eenzijdige partnerverklaring waarin de achterblijvende partner aannemelijk maakt dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding door bijvoorbeeld aan te tonen dat er voor minimaal zes maanden sprake was van een samenwoning op één adres en daarnaast een gezamenlijk kind of het gezamenlijk bezit van een woning. Deze eenzijdige partnerverklaring kan het samenwonen alleen aantoonbaar maken als er sprake is van een onbepaald partnersysteem. Bij een onbepaald partnersysteem wordt er voor iedere deelnemer een partnerpensioen verzekerd. Pas na overlijden wordt onderzocht of er daadwerkelijk een partner aan de partnerdefinitie voldoet.
Maar wat als we tijdens het drukke leven de partner vergeten aan te melden?
Er zijn pensioenuitvoerders die achteraf toetsen of er sprake was van een partnerrelatie volgens het bij hun geldende partnerbegrip. Als dat zo is ontvangt de achterblijvende partner een partnerpensioen (als er in de pensioenovereenkomst een partnerpensioen was afgesproken).
Meld als (gewezen) deelnemer bij leven de partner aan!
Er zijn echter ook pensioenuitvoerders zoals bijvoorbeeld het ABP, PFZW en Bouw (dit betreft geen limitatieve opsomming) die vooraf wél een aanmelding eisen. Dus ook al voldoet een partner aan de gestelde eisen als deze partner niet bij het pensioenfonds is aangemeld krijgt hij of zij niets bij overlijden van de deelnemer. Hier geen uniformering lijkt het vooralsnog.
Het blijft dus opletten!
Meer over de wijziging van het nabestaandenpensioen lezen? Daarvoor is het uitgebreide artikel ‘Wijziging nabestaandenpensioen‘ uitermate geschikt.
Bijgewerkt op 2 januari 2024.
Hulp nodig bij het opstellen van het pensioentransitieplan?
Neem contact met mij op, zodat we de mogelijkheden kunnen bespreken.