Menu

Transitie-ftk

In 2019 en 2020 gooide de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onder water staande pensioenfondsen een reddingsboei toe. Daardoor hoefden zij de pensioenen niet te verlagen (korten). Inmiddels weten we dat het kan verkeren, veel pensioenfondsen hebben de pensioenen in 2022 en 2023 mede door de versoepelde regelgeving verhoogd.

Versoepelde regelgeving eerder toepasbaar

De reddingsboei is het transitie-ftk (financieel toetsingskader) en is bedoeld om de periode tot 2027 te overbruggen. Voorwaarde om gebruik te mogen maken van het transitie-ftk is dat het pensioenfonds de intentie heeft te zullen invaren. Invaren is de interne collectieve waardeoverdracht van bestaande pensioenaanspraken naar de nieuwe regeling.

Voor pensioenfondsen die naar verwachting invaren

Zonder het transitie-ftk zouden zoals eerder beschreven bij gelijkblijvende markten ruim 10 miljoen deelnemers en gepensioneerden meer dan 10% worden gekort. Na inwerkingtreding van het transitie-ftk vielen de bovenstaande cijfers mee. Echter….

Korten kan nog steeds!

Als de dekkingsgraad onder de 90% duikt is een korting meestal niet meer te voorkomen. Het uitblijven van een korting is bij een dekkingsgraad onder de 90% onverantwoord. Daarom een ondergrens die voorkomt dat fondsen grote financiële problemen blijven doorschuiven tijdens de transitieperiode. Het uitstellen van een korting vergroot anders het risico van een niet evenwichtige pensioentransitie voor alle generaties.

Richtdekkingsgraad

In het transitie-ftk speelt de richtdekkingsgraad een centrale rol. De minister schrijft: ‘De richtdekkingsgraad is de dekkingsgraad die benodigd is voor een verantwoorde, uitlegbare en evenwichtige overstap naar het nieuwe stelsel’. Tijdens de overbruggingsperiode groeit het fonds naar een minimale dekkingsgraad van 95%.

Indexatie dichterbij zoals 2022 en 2023 aantoont

Daarnaast mogen fondsen die gebruik maken van het transitie-ftk voortaan indexeren, als ze boven de 105% dekkingsgraad komen en rekening houden met de belangen van de toekomstige generaties.

Zie ook de eerdere artikelen over de door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid genomen maatregelen, met betrekking tot 2020 en 2021.

Bijgewerkt op 12 januari 2023.